18. In het klooster
Door: keesinegypte
Blijf op de hoogte en volg Cornelis
16 December 2011 | Egypte, Caïro
We zijn vanuit Caïro eerst naar het oosten gereden tot we aan de kust van de Rode Zee kwamen (Yes, ik heb voor de eerste keer van mijn leven een uitloper van de Indische Oceaan gezien!). Daarna hebben we ruim een uur lang de kustweg naar het zuiden gevolgd. Als we nog een half uur verder doorgereden waren, zouden we Hurghada bereikt hebben.
Van het stuk langs de kust van de Rode Zee ben ik eerlijk gezegd wel geschrokken. De Belgisch kust of de Spaanse Costa’s zijn er niets bij: één 'resort' (dat is zoiets als een bungalowpark) na het andere. En meestal erg eentonig. Zonde van het prachtige landschap. Bovendien kun je bedenken dat de tienduizenden toeristen die geacht worden deze resorts te bezoeken, allemaal met het vliegtuig hierheen komen. Een enorm verbruik aan kerosine, dus, en dat allemaal om voor weinig geld je buik in de zon te kunnen houden.
Overigens valt me ook op dat er flink wat resorts in aanbouw tussen staan. Het betonnen karkas van de huisjes staat er, vaak zijn de muren ook nog wel opgemetseld, maar verder is er niets aan gedaan. Je ziet ook veel rijtjes palmbomen – omdat de toeristen dat zo graag zien vanwege het Verweggistan-gevoel? – die niet verzorgd en dus doodgegaan zijn. Dat maakt de aanblik nog troostelozer.
Op een bepaald moment vertelt de chauffeur dat we hier rechtsaf zouden moeten slaan om bij het klooster van de heilige Antonius te komen, maar hij voegt er aan toe dat wij de weg langs de kust nog een kwartiertje langer moeten volgen. Wij slaan dus later af en rijden vervolgens naar het westen, de bergen in. Al na enkele honderden meters komen we bij een wachtpost die klaarblijkelijk de toegangsweg naar het klooster bewaakt. Na een tiental kilometers komen we bij een poort waar opnieuw – maar ditmaal onbewapend – personeel de wacht houdt. Onze papieren zijn in orde, dus we mogen het terrrein op.
De kloosters van St. Paul van Thebe en van St. Antonius liggen dus in twee parallelle dalen, van elkaar gescheiden door één bergrug. De legende wil namelijk dat de heilige Paulus van Thebe vele jaren in grote eenzaamheid in de woestijn leefde. Hij was dan ook geen monnik maar een kluizenaar. Hij maakte voor zichzelf kleding van (de vezels van) palmbladeren. Hij dronk water uit een bron en at van de dadels van een palmboom. Eenmaal per dag kwam een raaf hem een half brood brengen. Op een bepaald moment bezocht de heilige Antonius hem; hij leefde op dat moment als klizenaar aan de andere kant van de berg. Op die dag bracht de raaf St. Paulus een heel brood. St. Paulus was toen al heel oud en na het bezoek van St. Antonius stierf hij. Zijn mantel van palmbladeren schonk hij aan St. Antonius.
Het klooster is prachtig en na de gigantische drukte en het permanente lawaai van de wereldstad Caïro is het verblijf in de stilte van de woestijn een ware verademing. Maar daarover later meer.
-
16 December 2011 - 18:02
Ge Rard Kampman:
Dag kees,
Wat ik in Afrika altijd zo waardeer is de onbevooroordeelde gastvrijheid. IK begrijp wel jouw behooefte om wat terug te doen ( je geweten te ontlasten) maar dat verwacht men helemaal niet. Het is niet" voor wat hoort wat". Gewoon blij zijn met het gebodene is ruim voldoende.Moeilijk voor ons calvinisten -
16 December 2011 - 20:43
Karin :
Geweldig al die verhalen,
heerlijk dat je dat met zo veel kan delen ! We volgen je op de voet,
groet Eric & Karin
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley